visualiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·su·a·li·seert

Werkwoord

vervoeging van
visualiseren

visualiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visualiseren
    • Jij visualiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visualiseren
    • Hij visualiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van visualiseren
    • Visualiseert!