ving in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ving in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
invangen |
ving in
- enkelvoud verleden tijd van invangen
- Ik ving in.
- Jij ving in.
- Hij, zij, het ving in.
- Ik ving in.
Gangbaarheid
- Het woord ving in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.