vierdaagseweek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vier·daag·se·week
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vierdaagse zn en week zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | vierdaagseweek | vierdaagseweken |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vierdaagseweek mv
- de periode van 7 dagen waarin de vierdaagse van Nijmegen wordt gehouden
- ▸ De kweker hoopt dat hij de bloemen alsnog kwijtraakt. "Het is toch een van de topweken voor ons, dus het hakt er wel in. Ik hoop dat de mensen in de regio-Nijmegen als de vierdaagseweek begint toch weer een bosje op tafel zetten. Het vierdaagsegevoel in huis halen."[1]
- ▸ You'll never walk alone schalt donderdagmiddag over de Bijleveldsingel. Toegegeven, een vrij voor de hand liggend nummer voor een Nijmeegse band die graag een feestje viert in de Vierdaagseweek. Maar de band heeft meer in zijn mars.[2]
- ▸ Een vrouwelijke Elstenaar noemt de Vierdaagseweek een "echte feestweek". "Ik neem hier elk jaar speciaal voor vrij. Het heeft gewoon iets, dat wandelen. Het is gezellig om te kijken."[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'vierdaagseweek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Kweker heeft 300.000 gladiolen over door afgelasting Vierdaagse” (2 juni 2020), NOS
- ↑ Weblink bron Jeroen Kuitert“Je loopt nooit alleen met de KwaKbergband” (19-07-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Carmen Dorlo“Vierdaagse is feest voor lopers én kijkers” (18-07-2017), NOS
