vice versa
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vice versa (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvizəˈvɛrsa / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vi·ce ver·sa
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn vice (ablatief van vicis zn "positie) en versa (ablatief v van versus ww "gekeerd"), dus "in omgekeerde positie" [1]
Bijwoord
vice versa
- omgekeerd, in omgekeerde richting
- Mijn oma en Ima bleven vrijwel hun gehele kamptijd bij elkaar. De één sleepte de ander door de ellende en vice versa. Indien nodig redden ze elkaar. Samen overleefden ze. [2]
- (…) als bèta-studentje spijkert hij zich binnen een week tot zijn eigen verbazing volledig bij in het werk van John Milton, om zo indruk te maken op poëtisch angehauchte meisjes, iets dat vice versa volstrekt onmogelijk is. [3]
- met de terugreis, heen en terug
- In 1995 werd het eerste fietsroutenetwerk geopend door het Regionaal Landschap Kempen en Maasland. Inmiddels is het Belgisch-Limburgse netwerk circa tweeduizend kilometer lang - in één richting, want er zijn ook Vlaamse regio's waar de afstand vice versa wordt gemeten. [4]
Schrijfwijzen
- [2] v.v.
Gangbaarheid
- Het woord vice versa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ vice versa op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Pinckaers, M.De cirkel. Hommage aan Marie Hertzdahl-Bloemgarten. (2011) Lemmens, Valkenburg aan de Geul; ISBN 9789077490006; p. 35; geraadpleegd 2019-02-08
- ↑ Vries, J. de"Human blubber" in: Tirade. 435 jrg. 54 nr. 4 (oktober 2010). G.A. van Oorschot, Amsterdam; p. 24; geraadpleegd 2019-02-08
- ↑ Spapens, P."Vrije tijd. Fietsroutenetwerk brengt recreatiefietser overal in Vlaanderen en Nederland. Een geniale Belgisch-Limburgse uitvinding" in: Neerlandia/Nederlands van Nu. jrg. 114 nr. 3 (oktober 2010) Algemeen Nederlands Verbond, Rijswijk; p. 7; geraadpleegd 2019-02-08