verzinkte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·zink·te
Bijvoeglijk naamwoord
verzinkte
- verbogen vorm van de stellende trap van verzinkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzinken |
verzinkte
- enkelvoud verleden tijd van verzinken
- Ik verzinkte.
- Jij verzinkte.
- Hij, zij, het verzinkte.
- Ik verzinkte.
- verbogen vorm van verzinkt, voltooid deelwoord van verzinken
Gangbaarheid
- Het woord verzinkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.