verzeilt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zeilt

Werkwoord

vervoeging van
verzeilen

verzeilt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzeilen
    • Jij verzeilt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzeilen
    • Hij verzeilt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzeilen
    • Verzeilt!