verzaakt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·zaakt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verzaken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzaken |
verzaakt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzaken
- Jij verzaakt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzaken
- Hij verzaakt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzaken
- Verzaakt!
vervoeging van: | verzaken… |
verbogen vorm: | verzaakte |
verzaakt
- voltooid deelwoord van verzaken