verwerft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·werft

Werkwoord

vervoeging van
verwerven

verwerft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwerven
    • Jij verwerft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwerven
    • Hij verwerft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwerven
    • Verwerft!