verstomt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·stomt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstommen |
verstomt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstommen
- Jij verstomt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstommen
- Hij verstomt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verstommen
- Verstomt!