verspringt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·springt

Werkwoord

vervoeging van
verspringen

verspringt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
    • Jij verspringt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
    • Hij verspringt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verspringen
    • Verspringt! 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
verspringen

verspringt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
    • ... dat jij verspringt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
    • ... dat hij verspringt.