versnijdt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·snijdt

Werkwoord

vervoeging van
versnijden

versnijdt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnijden
    • Jij versnijdt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnijden
    • Hij versnijdt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van versnijden
    • Versnijdt!