versnijdt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·snijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versnijden |
versnijdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnijden
- Jij versnijdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnijden
- Hij versnijdt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van versnijden
- Versnijdt!