verslaaft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slaaft

Werkwoord

vervoeging van
verslaven

verslaaft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslaven
    • Jij verslaaft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslaven
    • Hij verslaaft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verslaven
    • Verslaaft!