verschoven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·scho·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
verschuiven

verschoven

  1. meervoud verleden tijd van verschuiven
    • Wij verschoven. 
    • Jullie verschoven. 
    • Zij verschoven. 
  2. voltooid deelwoord van verschuiven