verpletterende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·plet·te·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | verpletteren |
verpletterende
- verbogen vorm van verpletterend, het onvoltooid deelwoord van verpletteren
Bijvoeglijk naamwoord
verpletterende
- verbogen vorm van de stellende trap van verpletterend