verpleegden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verpleegden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·pleeg·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verplegen |
verpleegden
- meervoud verleden tijd van verplegen
- Wij verpleegden.
- Jullie verpleegden.
- Zij verpleegden.
- Wij verpleegden.