verkoos uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·koos uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitverkiezen

verkoos uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitverkiezen
    • Ik verkoos uit. 
    • Jij verkoos uit. 
    • Hij, zij, het verkoos uit. 


Gangbaarheid