verknalt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·knalt

Werkwoord

vervoeging van
verknallen

verknalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verknallen
    • Jij verknalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verknallen
    • Hij verknalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verknallen
    • Verknalt!