verhoopt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·hoopt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verhopen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verhopen

verhoopt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhopen
    • Jij verhoopt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhopen
    • Hij verhoopt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verhopen
    • Verhoopt! 
vervoeging van: verhopen…
verbogen vorm: verhoopte

verhoopt

  1. voltooid deelwoord van verhopen
Antoniemen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be