verglaast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·glaast

Werkwoord

vervoeging van
verglazen

verglaast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verglazen
    • Jij verglaast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verglazen
    • Hij verglaast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verglazen
    • Verglaast!