vergewiste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergewiste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ge·wis·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergewissen |
vergewiste
- enkelvoud verleden tijd van zich vergewissen
- Ik vergewiste me.
- Jij vergewiste je.
- Hij, zij, het vergewiste zich.
- Ik vergewiste me.
- verbogen vorm van zich vergewist, voltooid deelwoord van zich vergewissen