verbrokkeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·brok·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling van verbrokkelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbrokkeling | verbrokkelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het uiteen laten vallen in kleine stukjes; het in kleine stukjes breken
- ▸ Volgens de CDA-leider zijn alle voorstellen in het CDA-verkiezingspromma erop gericht om de verbrokkeling in de maatschappij tegen te gaan. "Het gaat om de samenleving als geheel."[2]
- ▸ Maar de keizerlijke politie hield me al een tijdje in de gaten, want in die tijd wilde Napoleon de verbrokkeling van de provincies, in tegenstelling tot wat hij later nastreefde toen hij een zoon kreeg.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord verbrokkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Buma wil afscheid nemen van het individualisme” (Woensdag 12 oktober 2016, 11:18), NOS
- ↑ “De graaf van Monte-Cristo” (2007), L.J. Veen , ISBN 9789020413021