verbroken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·bro·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verbreken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /e/ - /oː/)
Werkwoord
vervoeging van: | verbreken… |
geen verbogen vorm |
verbroken
- voltooid deelwoord van verbreken