verbijzondert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·bij·zon·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbijzonderen |
verbijzondert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbijzonderen
- Jij verbijzondert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbijzonderen
- Hij verbijzondert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbijzonderen
- Verbijzondert!