verbakt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bakt

Werkwoord

vervoeging van
verbakken

verbakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbakken
    • Jij verbakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbakken
    • Hij verbakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbakken
    • Verbakt!