vendetta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ven·det·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bloedwraak’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • Uit Zuid-Italië [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vendetta vendetta's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vendettav / m [3]

  1. bloedwraak

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ven·det·ta

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
vendetta vendette

vendetta v

  1. wraak, vergelding, vendetta


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ven·de·tta
enkelvoud meervoud
vendetta vendettas

Zelfstandig naamwoord

vendetta m

  1. bloedwraak

Verwijzingen