veelgehoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veel·ge·hoord
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen veelgehoord
verbogen veelgehoorde
partitief veelgehoords

Bijvoeglijk naamwoord

veelgehoord

  1. vaak uitgesproken, dikwijls gezegd
     Ze hadden maar meteen terug moeten komen, is een veelgehoord argument.[1]
     „Zonder boer geen voer”, was een veelgehoorde slogan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2021 Weblink bron
    Meike Wijers
    “Australiërs in het buitenland kunnen al een jaar niet naar huis” (17 maart 2021) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2021 Weblink bron
    Zihni Özdil
    “Vervuilende agroindustrie is onhoudbaar” (5 oktober 2019) op nrc.nl op Wikipedia