vatte aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vat·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvatten

vatte aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanvatten
    • Ik vatte aan. 
    • Jij vatte aan. 
    • Hij, zij, het vatte aan. 
  2. aanvoegende wijs van aanvatten


Gangbaarheid