vastgoedbubbel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vast·goed·bub·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vastgoedbubbel vastgoedbubbels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vastgoedbubbelm

  1. (economie) tijdelijke sterke toename van de prijs van huizen en andere gebouwen gevogd door een sterke daling van de prijs
     De Chinese maatregelen waren min of meer verwacht, maar maken blijkbaar al met al niet veel indruk. "Het helpt vast iets, maar het is geen wondermiddel", zegt André Meinema "Het is ook de vraag of nog meer en goedkoop geld goed is, want consumenten en bedrijven zuchten nu al onder een enorme schuldenbergen waardoor er een enorme beursbubbel, een vastgoedbubbel en industriebubbel zijn ontstaan."[1]
     De huizencrisis in Spanje mag dan wel voorbij zijn, maar de ravage die de vastgoedbubbel heeft aangericht bij de banken is enorm. Banken slepen nog voor miljarden aan slecht inbare leningen met zich mee.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 augustus 2023 Weblink bron “Herstel blijft uit op beurs van Shanghai” (Woensdag 26 augustus 2015, 08:51), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 augustus 2023 Weblink bron “Spaanse volksbank in zwaar weer” (Dinsdag 6 juni 2017, 12:21), NOS