vastgezogen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vastgezogen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vast·ge·zo·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vastzuigen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord) en een klinkerwisseling ui-oo (IPAː /ʌʏ/ - /oː/), op te vatten als samenstelling van vast bw en gezogen ww
Werkwoord
vervoeging van: | vastzuigen… |
verbogen vorm: | vastgezogene |
vastgezogen
- voltooid deelwoord van vastzuigen