vaccinia
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vac·ci·nia
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaccinia | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) ziektetoestand na inenting
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'vaccinia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.