vaccinatiekloof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vac·ci·na·tie·kloof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaccinatiekloof vaccinatiekloven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vaccinatiekloofv / m

  1. verschil in vaccinatiegraad tussen verschillende bevolkingsgroepen
     "Die informatie ging of aan Turkse mensen in mijn wijk voorbij, of ze vertrouwden het niet", zegt Meral. "Ik zag toen pas echt scherp een vaccinatiekloof ontstaan tussen groepen."[1]
     Meerderheid achter coronatoegangsbewijs, 'vaccinatiekloof aanzienlijk'[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 23 oktober 2023 Weblink bron
    Sander Zurhake
    “'Verklein risico op coronasterfte bij kwetsbare groepen met betaalde voorlichters'” (Zondag 3 april 2022, 20:02), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 23 oktober 2023 Weblink bron “Meerderheid achter coronatoegangsbewijs, 'vaccinatiekloof aanzienlijk'” (Maandag 13 september 2021, 16:42), NOS