urmt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • urmt

Werkwoord

vervoeging van
urmen

urmt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van urmen
    • Jij urmt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van urmen
    • Hij urmt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van urmen
    • Urmt!