uitgeleid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·ge·leid
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van uitleiden: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van uit bw en geleid ww
Werkwoord
vervoeging van: | uitleiden… |
verbogen vorm: | uitgeleide |
uitgeleid
- voltooid deelwoord van uitleiden