uitbrengend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbrengend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·bren·gend
Werkwoord
vervoeging van: | uitbrengen |
verbogen vorm: | uitbrengende |
uitbrengend
vervoeging van: | uitbrengen |
verbogen vorm: | uitbrengende |
uitbrengend