uitbreiding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·brei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitbreiding uitbreidingen
verkleinwoord uitbreidinkje uitbreidinkjes

Zelfstandig naamwoord

de uitbreidingv

  1. het groter worden van iets
    • Een uitbreiding van het interne geheugen is meestal de belangrijkste stap om een computer sneller te maken  
     Het vastgoedbestand was uitgebreid van de eerder berekende waarde van 40 miljoen tot 82 miljoen, een uitbreiding die werd gefinancierd met leningen van de Handelsbanken en de S-E-Banken van 30 miljoen.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be