trepaneert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trepaneert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tre·pa·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trepaneren |
trepaneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trepaneren
- Jij trepaneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trepaneren
- Hij trepaneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van trepaneren
- Trepaneert!