traumatoloog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trau·ma·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord traumatoloog traumatologen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de traumatoloogm

  1. (medisch) arts gespecialiseerd in de (chirurgische) behandeling van verwondingen die door ongevallen of geweld zijn veroorzaakt
    • ,,Het is goed dat burgers een plan en kennis hebben van hoe ze elkaar kunnen helpen in een noodsituatie", aldus de ontwikkelaars van de app, brigadier Tim Hodgetts en professor Sir Keith Porter. Die laatste is klinisch traumatoloog in het Queen Elizabeth Hospital in Birmingham (Engeland).[2] 
    • Traumatoloog Ralph de Wit van het MST was op alles voorbereid, maar uiteindelijk bleken de adoptiekinderen uit Haïti in redelijke gezondheid.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen