tolpoort

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tol·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tolpoort tolpoorten
verkleinwoord tolpoortje tolpoortjes

Zelfstandig naamwoord

de tolpoortv / m

  1. poortje waar men (electronisch) de tol voor een weg kan betalen
    • Op de Franse autosnelwegen staan veel tolpoortjes. 
     De meeste vakantiegangers nemen de Autoroute du Soleil, een ongezellige snelweg met irritante tolpoorten en karakterloze wegrestaurants.[1]

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be