toespeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·spe·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toespeling toespelingen
verkleinwoord toespelinkje toespelinkjes

Zelfstandig naamwoord

de toespelingv

  1. een uiting of stijlfiguur waarbij indirect naar een feit of persoon wordt verwezen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen