toekomstambitie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·komst·am·bi·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toekomstambitie toekomstambities
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toekomstambitiev

  1. dat wat men in de toekomst wil bereiken
     Mijn fysieke conditie was gehard in de woestijn en mijn onzekerheid was inmiddels ook weg na de mentale crisis in de bergen. Mijn lichaam en geest waren volledig in harmonie met elkaar. Hierdoor was mijn hoofd helemaal leeg, net als anderen wellicht ervaren tijdens mediteren. Vrij van zorgen, plannen, dromen en toekomstambities.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia