toafel
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toafel | |
verkleinwoord | toafeltjen |
Zelfstandig naamwoord
toafel
- tafel; een meestal rechthoekig, soms rond meubelstuk met poten, bedoeld om dingen op te zetten of te leggen
Afgeleide begrippen
Veluws
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toafel | |
verkleinwoord | toafeltjen |
Zelfstandig naamwoord
toafel
- tafel; een meestal rechthoekig, soms rond meubelstuk met poten, bedoeld om dingen op te zetten of te leggen
Afgeleide begrippen
West-Vlaams
Zelfstandig naamwoord
toafel