titer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ti·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord titer titers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de titerm

  1. (medisch): hoogste verdunning van een stof die nog werkzaam blijft
  2. (scheikunde): een onbekende concentratie nader door titratie te bepalen
Vertalingen

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be