tieneragenda
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tie·ner·a·gen·da
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tiener zn en agenda zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tieneragenda | tieneragenda's |
verkleinwoord | tieneragendaatje | tieneragendaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- een notitieboek waarin tieners hun afspraken noteren
- een lijst van verplichtingen van tieners
- ▸ Hoewel het bij mijn oudste dochter soms lastig was om een afspraak in haar drukke tieneragenda in te plannen, reden we samen naar Groningen om in mijn oude studentenhuis te logeren en zijn we bezig met een tour om in elke provincie een biefstuk te eten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'tieneragenda' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers