theaterfestival

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • the·a·ter·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord theaterfestival theaterfestivals
verkleinwoord theaterfestivalletje theaterfestivalletjes

Zelfstandig naamwoord

het theaterfestivalo

  1. feestelijk evenement met theatervoorstellingen van verschillende theatergezelschappen
     Het rondtrekkende theaterfestival de Parade liet vorige keer weten niks te doen met het WK: "Als iemand echt voetbal wil kijken, dan kan dat maar dan moet diegene wel goed zoeken naar een scherm." Maar zaterdag is het anders, zegt de Parade. "De wedstrijd is nu pas om tien uur, dus veel voorstellingen zitten nog voor de wedstrijd. In een van de theatertenten komt nu een groot scherm met audio".[1]
     De staking bedreigt de festivals in Zuid-Frankrijk deze zomer. Afgelopen weekend werd er al een festival afgelast: dwars door de eerste dansvoorstelling heen, legden vier dansers uit waarom ze niet meededen. De grootste zorgen zijn om het festival van Avignon. Een populair theaterfestival, vergelijkbaar met de Parade hier in Nederland.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Techno tijdens de kwartfinale - waar kan het wel en niet?” (Donderdag 3 juli 2014, 13:48), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Frans festivalseizoen aan zijden draadje door boze kunstenaars” (Dinsdag 17 juni 2014, 13:26), NOS