terugvraagden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·vraag·den

Werkwoord

vervoeging van
terugvragen

terugvraagden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugvragen
    • ...dat wij terugvraagden. 
    • ...dat jullie terugvraagden. 
    • ...dat zij terugvraagden.