terugvragen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·vra·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugvragen
vraagde terug
vroeg terug
teruggevraagd
klasse 6

zwak -d
gemengd

volledig

Werkwoord

terugvragen

  1. overgankelijk na iets gegeven of geleend te hebben verzoeken het gegevene of geleende weer te mogen krijgen
    • Hij vroeg via een T-biljet de te veel betaalde belasting terug. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be