tepelkloof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·pel·kloof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tepelkloof tepelkloven
verkleinwoord tepelkloofje tepelkloofjes

Zelfstandig naamwoord

de tepelkloofv / m

  1. (medisch) scheurtje in de huid rond de uitmonding van de melkklier in een vrouwenborst, dat vooral bij het zogen pijn kan doen
     Het kan geen kwaad als de baby tijdens het drinken eventueel wat bloed uit een tepelkloof naar binnen krijgt.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2024 Weblink bron
    Marianne Prins e.a.
    “Praktische verloskunde” (2009), Bohn Stafleu van Loghum, Houten, ISBN 9789031361458, p. 165 kol. 2