telescoopvis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- te·le·scoop·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van telescoop en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telescoopvis | telescoopvissen |
verkleinwoord | telescoopvisje | telescoopvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de telescoopvis m
- (straalvinnigen) Dolichopteroides binocularis een straalvinnige vissensoort uit de familie van de hemelkijkers (Opisthoproctidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1932 door Beebe als Dolichopteryx binocularis
Hyperoniemen
- hemelkijkers, spieringachtigen, zalmachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'telescoopvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.