tegenovergelegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tegenovergelegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌteɣənˈovərɣəˌleɣə(n) / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- te·gen·over·ge·le·gen
stellend | |
---|---|
onverbogen | tegenovergelegen |
verbogen | |
partitief | tegenovergelegens |
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
tegenovergelegen
- aan de overzijde liggend
- ▸ De mist begon op te trekken en op een werst of twee afstand, op de tegenovergelegen heuvels, waren al vaag de vijandelijke troepen te zien.[2]
- ▸ Het Mauritshuis in Den Haag gaat twee jaar dicht voor een grote verbouwing. Vandaag werd het ontwerp van de plannen gepresenteerd door directeur Gordenker. Het museum krijgt een ondergrondse foyer die het gebouw verbindt met het tegenovergelegen pand, Plein 26.[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tegenovergelegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Mauritshuis dicht voor verbouwing” (22-06-2010), NOS