teambuilding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

teambuilding run
Uitspraak
Woordafbreking
  • team·buil·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teambuilding teambuildingen
teambuildings
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de teambuildingv / m

  1. verzamelnaam voor een reeks groepsactiviteiten, waarbij samenwerking centraal staat
    • Helemaal nieuw was het niet. Ook met de ter ziele gegane Leopard-ploeg ging Ben Hermans in het verleden wel eens op teambuilding. ‘Maar dan zaten we een paar dagen in Spa of in Luxemburg. Dit was nog wat anders.’ Dat andere heeft Ben Hermans te danken aan zijn opmerkelijke overstap deze herfst. Na vier jaar BMC is Hermans in 2018 de nieuwe kopman van de enige procontinentale ploeg uit Israël.[1] 
    • De jonge ondernemer Wessel Bottenberg ontwikkelt regelmatig een nieuwe activiteit. Na de 'silent discoén verhuur van bijzondere feesttenten, heeft hij sinds twee weken 40 tweedehands rolstoelen in de aanbieding. ,,Geschikt voor veel doeleinden, van bedrijfsfeesten, teambuilding tot festivals. Maar altijd met respect, hoor. Het is namelijk ook een prima gelegenheid om mobiele mensen te laten ervaren hoe moeilijk het is om je in een rolstoel voort te bewegen. En dat kan dan op een leuke manier, want lol staat altijd voorop."[2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 22 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia Alice Plekkenpol 29-NOVEMBER-2017